Verenigingswerk sportsector vanaf 2021: krijtlijnen

Op 31 december 2020 werd een aangepaste regeling voor het verenigingswerk in 2021 gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad. De regeling is er (voorlopig) enkel voor de sportsector en zal maximaal één jaar gelden.

 

Er is in de volgende gevallen sprake van een activiteit van verenigingswerk:

 

1° een animator, leider, monitor of coördinator die sportinitiatie en/of sportactiviteiten verstrekt;

2° een sporttrainer, sportlesgever, sportcoach, jeugdsportcoördinator, sportscheidsrechter, jurylid,

steward, terreinverzorger-materiaalmeester, seingever bij sportwedstrijden;

3° een conciërge van sportinfrastructuur;

4° iemand die hulp en ondersteuning biedt op occasionele of kleinschalige basis op het vlak van het

administratief beheer, het bestuur, het ordenen van archieven of het opnemen van een logistieke

verantwoordelijkheid bij activiteiten in de sportsector;

5° iemand die hulp biedt op occasionele of kleinschalige basis bij het opstellen van nieuwsbrieven en andere publicaties (zoals websites) in de sportsector;

6° een verstrekker van opleidingen, lezingen, en presentaties in de sportsector.

 

Verenigingswerkers moeten minstens 18 jaar oud zijn.

 

Men kan maximum 6000 euro (bedrag te indexeren) per kalenderjaar ontvangen. In dat bedrag zijn alle (verplaatsings)kosten inbegrepen. De inkomsten uit verenigingswerk mogen niet meer dan 500 euro per maand bedragen.

 

Een vereniging die verenigingswerkers inzet, moet een solidariteitsbijdrage van 10% van de overeengekomen vergoeding betalen aan de RSZ. Er geldt voor de verenigingswerker bovendien een bijkomende belastingheffing van 10%.

 

Verenigingswerkers mogen gemiddeld op kwartaalbasis maximum 50 uren per maand presteren. Er gelden regels rond het uurrooster en gewaarborgde rustpauzes.

 

Een burgerlijke aansprakelijkheidsverzekering en ongevallenverzekering is verplicht, af te sluiten door de organisatie. De verenigingswerker is niet aansprakelijk voor schade, tenzij in geval van bedrog, grove fout of gebeurlijke lichte fout.

 

In de periode waarin men verenigingswerk verricht, mag men niet verbonden zijn door een arbeidsovereenkomst, een dienstencontract of een statutaire aanstelling met dezelfde vzw, noch mag men voor dezelfde vzw en voor dezelfde activiteit fungeren als vrijwilliger, noch voor een dezelfde vzw voor een verschillende activiteit fungeren als vrijwilliger voor zover men voor het vrijwilligerswerk een forfaitaire kostenvergoeding ontvangt.

Een vrijwilliger kan voor dezelfde organisatie verenigingswerk verrichten wanneer aan de volgende cumulatieve voorwaarden is voldaan :

1° de activiteit verricht in de hoedanigheid van vrijwilliger is verschillend van de activiteit verricht in de hoedanigheid van verenigingswerker;

2° de kostenvergoedingen ontvangen in het kader van het vrijwilligerswerk mogen enkel reële kostenvergoedingen betreffen.

 

Bron: Wet van 24 december betreffende het verenigingswerk, B.S. 31 december 2020.