Vervroegd risico gerechtelijke ontbinding bij niet neerlegging jaarrekening

Een vzw moet elk jaar een jaarrekening ter goedkeuring voorleggen aan de algemene vergadering. De goedgekeurde jaarrekening moet vervolgens neergelegd worden ter griffie van de rechtbank van koophandel (voor de kleine vzw) of bij de Nationale Bank van België (voor de grote vzw). In dit laatste geval bezorgt de NBB de jaarrekening tevens aan de griffie. Tot voor kort bepaalde de vzw-wet dat de rechtbank de ontbinding kan uitspreken van een vzw die gedurende drie opeenvolgende boekjaren niet heeft voldaan aan deze neerleggingsplicht, tenzij de ontbrekende jaarrekeningen neergelegd worden vooraleer de debatten gesloten worden. Sinds 1 mei is de gerechtelijke ontbinding van een vzw wegens niet-neerlegging van de jaarrekening reeds mogelijk na één boekjaar. De wetgeving wordt hier dus strenger.  

 

Artikel 18, § 1, 4°, van de vzw-wet voorzag in de mogelijkheid voor de rechtbank om de ontbinding uit te spreken van een vzw die gedurende drie opeenvolgende boekjaren niet heeft voldaan aan de verplichting om een jaarrekening neer te leggen, tenzij de ontbrekende jaarrekeningen neergelegd worden vooraleer de debatten gesloten worden. Die bepaling, ingevoerd door de wet van 2 mei 2002, is rechtstreeks gebaseerd op het vennootschapsrecht.

 

Op 1 mei 2018 is het nieuwe insolventierecht, dat een nieuw boek XX aan het Wetboek van economisch recht heeft ingevoerd in werking getreden. Eén van de gevolgen is dat vzw’s hierdoor failliet kunnen verklaard worden, wat vroeger niet het geval was.

 

Een ander belangrijk gevolg van de inwerkingtreding van het nieuwe boek XX van het Wetboek van economisch recht, is de schrapping van de woorden “gedurende drie opeenvolgende boekjaren” in artikel 18, § 1, 4°, van de vzw-wet.

 

Hierdoor is de gerechtelijke ontbinding van een vzw wegens niet-neerlegging van de jaarrekening reeds mogelijk na één boekjaar in plaats van na drie boekjaren!


De rechtbank kan nu op verzoek van een lid, van een belanghebbende derde of van het openbaar ministerie, de ontbinding uitspreken van een vereniging die niet heeft voldaan aan de verplichting om een jaarrekening neer te leggen overeenkomstig artikel 26novies, § 1, tweede lid, 5° vzw-wet, tenzij de ontbrekende jaarrekeningen neergelegd worden vooraleer de debatten gesloten worden.  

 

In de praktijk dienden vzw’s, die werden opgericht vóór 1 januari 2004, voor het eerst een jaarrekening neer te leggen over het boekjaar 2006. Dergelijke vzw’s riskeren al meerdere jaren een vordering tot ontbinding, indien zij drie opeenvolgende jaren geen jaarrekening neerlegden. Deze regel werd nu nog verstrengd.

 

Is uw vzw niet in orde met het neerleggen van de rekeningen, dan is een rechtzetting van deze situatie uiterst dringend. Indien u hulp wenst bij het opstellen van de neer te leggen jaarrekening van uw vzw, aarzel dan niet contact op te nemen met onze medewerkers van de dienst boekhouding/fiscaliteit