FAQ

Een vzw kan op bijkomende wijze economische activiteiten organiseren (bv. een verkoop van een product, de organisatie van een fuif,…). De netto-opbrengsten mogen uitsluitend aan het doel van de vereniging gespendeerd worden en de organisatie van dergelijke activiteiten moet steeds bijkomstig zijn en mag geen doel op zich vormen. Het organiseren van dergelijke activiteiten kan wel gevolgen hebben voor de BTW-plicht van de vzw (zie vraag : Heeft een vzw een BTW-nummer nodig?).

Zo wordt aanvaard dat bv. een voetbalvereniging ook een kantine uitbaat. De opbrengsten hieruit moeten besteed worden aan het sportieve doel van de vereniging. Wanneer na verloop van tijd zou blijken dat de voetbalactiviteiten op een laag pitje staan, om niet te zeggen, quasi nihil geworden zijn, maar de kantine blijft goed draaien, moet men zich wel de vraag stellen of men niet een café geworden is met als bijkomstige activiteit af en toe een sportactiviteit. 

In dat geval is het noodzakelijk zich even te herbronnen en te bekijken of de handelsactiviteiten niet beter zouden ondergebracht worden in een handelsvennootschap.

Het WVV brengt een andere invalshoek met zich mee met betrekking tot deze commerciële activiteiten. In tegenstelling tot vroeger mag een vzw (sinds 1 mei 2019 voor nieuw op te richten vzw's; vanaf 1 januari 2020 voor bestaande vzw's, tenzij ze zich eerder aanpassen aan het WVV) onbeperkte economische activiteiten organiseren. 

Verenigingen moeten geen schrik meer hebben dat ze teveel economische activiteiten organiseren en zullen zich om die reden niet meer moeten verantwoorden in de rechtbank. Zij zullen nooit meer als een schijn-vzw kunnen beschouwd worden.

Vzw’s moeten wel nog steeds een belangeloos doel nastreven, en dit in het kader van één of meer welbepaalde activiteiten die zij tot voorwerp heeft. Zowel het doel als het voorwerp moeten in de statuten verduidelijkt worden. Hierdoor wordt de finaliteit van vzw’s gevrijwaard.

Welke impact deze nieuwe definitie zal hebben in de nabije toekomst, zal de komende jaren blijken. De nieuwe definitie van een vzw staat los van het fiscaal recht! Volgens het fiscaal recht is en blijft het zo dat het voeren van economische handelingen op grote schaal belangrijke gevolgen zal hebben voor de fiscale behandeling van vzw’s!

Wettelijk gezien kan een vzw dus onbeperkt economische handelingen stellen, maar fiscaal gezien zal de fiscus voor de toepassing van de rechtspersonenbelasting, dan wel de vennootschapsbelasting, nog steeds het criterium hanteren van de bijkomstigheid van economische handelingen in de vzw. Wie in hoofdzaak economische activiteiten voert, zal belast worden onder de vennootschapsbelasting.