FAQ

Opteren voor de vrijstellingsregeling kleine ondernemingen houdt niet in dat de vzw van alle BTW-formaliteiten vrijgesteld is. Volgende verplichtingen moeten gerespecteerd blijven :

  • BTW-nummer hebben/aanvragen, maar opteren voor de vrijstellingsregeling;

  • vóór 31 maart van elk jaar een klantenlisting indienen. Er hoeft geen listing ingediend te worden indien de jaarlijkse omzet per klant niet meer dan 250 euro bedraagt;

  • de ontvangen facturen in chronologische volgorde bewaren, bijhouden van een inkomend factuurboek;

  • de uitgereikte facturen bewaren en nummeren, bijhouden van een uitgaand factuurboek;

  • een dagboek van ontvangsten houden;

  • een tabel van bedrijfsmiddelen houden;

  • in voorkomend geval een intracommunautaire listing indienen;

  • in voorkomend geval een bijzondere BTW-aangifte indienen;

  • facturen (of als zodanig geldende stukken) opmaken volgens dezelfde regels die gelden voor andere BTW-plichtigen, weliswaar zonder BTW in rekening te brengen maar met de volgende vermelding: "Bijzondere vrijstellingsregeling kleine ondernemingen".

 

Een BTW-plichtige vzw die overstapt naar de vrijstellingsregeling zal een herziening van de afgetrokken BTW op bedrijfsmiddelen moeten doorvoeren. Dit kan nadelig zijn waardoor het voor sommige vzw’s beter is om niet te opteren voor de vrijstellingsregeling.

Bij het laten uitvoeren van werken in onroerende staat door een in België gevestigde aannemer is er een verbod om het BTW-nummer mee te delen aan de aannemer. Indien de kleine onderneming ondanks dit verbod toch haar BTW-nummer meedeelt en de aannemer geen BTW in rekening brengt voor deze dienstverrichting, zal de administratie zich rechtstreeks tot de kleine onderneming wenden om de BTW in te vorderen. Hetzelfde principe geldt voor intracommunautaire aankopen van goederen onder het drempelbedrag van 11.200 euro.